Voeden

“Dat doen we hier niet”
Wat niet? Ik kijk omhoog in de ogen van een wat oudere dame.
“Borstvoeden”
Ik ben een beetje overdonderd.
Het enige wat ik uit mijn mond krijg is “dan hoef ik die koffie ook niet”.
En ik sta op. Pak mijn boeltje en mijn kids bij elkaar en loop weg. De tranen schieten in mijn ogen.

Noé begint acuut allemaal fratsen uit te halen, het arme meiske voelt natuurlijk ook mijn energie en Ni-lou worstelt in de doek; “ik wil drinken mama”. In mijn hoofd en lichaam gebeurt van alles.

Komt ze achter me aan? Want ik heb niet betaald. Is die vrouw gek geworden, ik mag mijn kind toch wel voeden. Mandi, waarom heb je er niks van gezegd? Ik ben opgestapt dat is ook goed, stel ik mezelf gerust. Kom op herpak je, je loopt midden in Amersfoort, even een ander plekje zoeken dan mag je huilen. Mijn lichaam lijkt op slot te gaan.
Ik mag hier niet zijn, ik heb geen recht van bestaan. Huh?
Dit is echt seconde werk en ik schiet in een oud patroon. Een oud gedrag en een oud gevoel.

De dag ervoor waren we in het dierenpark waar ik niksvermoedend voedde en toen kwam er iemand naar mij toe die zei: “wat ben je lekker bezig”. Ik begreep haar niet en vroeg wat ze bedoelde. Ze wees naar Ni-lou en mijn borst. “Borstvoeden in het openbaar”.

Eerlijk gezegd ben ik me nooit bewust geweest van het feit dat het een ding is. Ik hang mijn tiet er overal uit waar Ni-lou honger heeft. Het is de manier zoals ik haar voed. En voelt voor mij als een heel natuurlijk gebaar. Dus dat iemand daar iets anders van vind overvalt me als een malle.

Ik strijk neer in een restaurant die ik ken, ik ben er vaker geweest en wij zijn er meer dan welkom. Toch ben ik wat onzeker, en me ineens mega bewust van het voeden. Noé is al halverwege de trap als ik me omdraai en met nog wat betraande ogen aan de man achter de bar vraag: “ik mag hier toch wel voeden”. Ik krijg een grote lach, “tuurlijk lieverd tuurlijk. Zoek lekker een plekje.” Als ik boven kom is Noé al aan het spelen en word ik heerlijk verwend met een latte en een heerlijke salade (Lees: ik trakteer mezelf) Ni-lou drinkt lekker aan mijn borst, ik aai over haar hoofdje: lekker hè meis.